Met activerende werkvormen houd je het energiepeil in de les hoog.

6 x activerende werkvormen voor hogere leerprestaties

Het komt je vast niet onbekend voor: leerlingen die onderuitgezakt en met glazige ogen in hun stoel zitten. De kans dat meer dan de helft van het verhaal blijft hangen is klein. Om de leerprestaties te bevorderen is een actieve leerhouding onmisbaar. Om dit te bereiken kun je activerende werkvormen inzetten. Deze zorgen voor afwisseling in je les en je schudt iedereen eens flink wakker. Met activerende werkvormen kun je bovendien inspelen op de verschillen tussen leerlingen. En je dwingt leerlingen om zelf actief na te denken. In deze blog geven we je hiervoor een aantal suggesties.

Geschreven door
Maj Hansen

Waarom activerende werkvormen inzetten?

Het idee achter activerende werkvormen is dat leerlingen niet alleen stof kennen en begrijpen, maar dat ze aan het denken en discussiëren worden gezet. Zo krik je het leerrendement omhoog. Activerende werkvormen kunnen verschillende uitgangspunten hebben:

  • Voorkennis activeren
  • De leerstof effectief verwerken
  • Energie terughalen in de les (energizer)
  • Samenwerken
  • Tijdens presentaties de andere leerlingen actief houden
  • De les evalueren
  • Samen met de leerlingen de les samenvatten en de kern vinden

Maar hoe activeer je je leerlingen in de praktijk?

1. Motiveer je leerlingen met een quiz

Wil je voorkennis activeren, dan kun je een quiz inzetten. Met quizzes overhoor je je leerlingen op een speelse manier. Er zit een competitief element in waardoor het hen motiveert zich in te zetten. Je kunt een quiz ook gebruiken om een les aan het einde te evalueren. Als je met Learnbeat werkt, kun je de presentatiemodus gebruiken om de hele klas bij het onderwerp te betrekken. Je ziet wie er meedoet en wie niet. En leerlingen weten ook meteen of hun antwoord goed of fout is.

2. Stoelen aan de kant

Geef je leerlingen een opdracht waarbij ze fysiek moeten meedoen. Bijvoorbeeld: levende tijdbalk. Geef elke leerlingen een kaartje met daarop een onderdeel uit de theorie. Laat ze vervolgens op een lijn op de juiste chronologische volgorde gaan staan. Of stel een vraag waarbij de ene kant van het lokaal ‘ja’ is, en de andere kant ‘nee’. Ze moeten dan het antwoord geven door naar de goede kant te lopen. Met deze activerende werkvorm kun je voorkennis triggeren, je haalt de energie terug in de les en je laat leerlingen samenwerken om tot het resultaat te komen. Lees meer over bewegen als onderdeel van een effectieve leerstrategie.

3. Leerling als docent

Bij deze werkvorm geef je de leerling de kans om voor even in de schoenen van de docent te staan. Laat ze een les voorbereiden waarbij zij zelf klassikaal uitleg moeten geven. De andere leerlingen kunnen opletten of dat goed gaat en er feedback op geven.

Vind de fout
Een iets andere interpretatie van de leerling als docent is de volgende activerende werkvorm: breng als docent bewust fouten aan in je uitleg of in een tekst, en laat leerlingen de fout zoeken en verbeteren. Je doorbreekt zo het traditionele patroon van een instruerende partij tegenover een consumerende partij, en houdt iedereen alert. 

4. Maak expertgroepjes

Om een complexe opdracht op te lossen laat je leerlingen in groepjes werken aan verschillende deelonderwerpen. Zo wordt elk groepje expert op een deelonderwerp. Vervolgens kunnen ze hun bevindingen presenteren aan de andere groepjes. Als het goed gaat is iedereen aan het einde van de les op de hoogte van de verschillende deelonderwerpen. Ook één op één werkt het goed om leerlingen elkaar de stof te laten uitleggen. Het is onderdeel van de leerstrategie retrieval practice. Deze werkvorm zorgt voor het effectief verwerken van de leerstof en bevordert samenwerken.

5. Samenwerken met duidelijke rolverdeling

Bij samenwerkingsopdrachten moeten leerlingen een gelijk aandeel hebben aan het eindresultaat. Daarvoor is het belangrijk dat ze een duidelijke rol hebben: dit zorgt voor een gestructureerde verdeling. Uit onderzoek blijkt dat je daarbij ook goed kunt differentiëren. Zet zwakkere leerlingen in een groep met sterkere leerlingen. Daarbij wordt het voor de eerste groep laagdrempelig gemaakt om vragen te stellen, en voor de tweede ligt de uitdaging in het bieden van ondersteuning. Het idee is dat iedere leerling een rol krijgt die inspeelt op zijn of haar leerbehoefte. Lees meer over differentiëren in de les.

6. Geef realistische opdrachten

Om leerlingen te stimuleren actief te zijn is het belangrijk dat ze de relevantie van een opdracht inzien. Een koppeling maken met het dagelijkse leven bereik je door realistische problemen of situaties te schetsen. Probeer aan te sluiten bij zowel de stof als hun belevingswereld. Bijvoorbeeld door verwijzing naar actualiteiten, songteksten van populaire artiesten, etc. Als je met Learnbeat werkt kun je opdrachten geven in het portfolio. Laat leerlingen bijvoorbeeld vloggen voor een project: ideaal om een brug te slaan naar hun belevingswereld.

Schud je leerlingen wakker met activerende werkvormen

Kortom, wil jij niet langer glazige ogen voor je zien in de klas, activeer je leerlingen dan! Zorg dat er ruimte is voor een onderzoekende houding bij de leerlingen. Laat ze zelfstandig werken aan een onderzoeksvraag. En geef feedback in vraagvorm waardoor je ze blijft prikkelen. Gebruik fysieke opdrachten, competitieve elementen en relevante samenwerkingsopdrachten in je les. Of draai de rollen eens om, en laat je leerlingen aan het woord. Wil je je leerlingen activeren met een quiz, poll of presentatie, bekijk dan het proefaccount over de presentatiemodus

Interactief presenteren

Houd de aandacht van de hele klas vast met de presentatiemodus in Learnbeat.

Zo haal je in Learnbeat een per ongeluk verwijderde vraag zelf uit de prullenbak.

Elke maand de laatste nieuwtjes en tips over digitaal onderwijs in je mailbox?