Waar of onwaar? 6 vooroordelen over meerkeuzevragen
Is het zo dat je met meerkeuzevragen alleen op reproductie-niveau kennis kunt testen? Of toch niet? Over de meerkeuze-vraagvorm bestaan een aantal hardnekkige vooroordelen. Maar weet jij welke daarvan écht waar zijn? In deze blog lees je hoe het precies zit met deze zes bekende vooroordelen.
Vooroordeel 1: Met meerkeuzevragen kun je alleen op reproductie-niveau kennis toetsen
Dat is onwaar.
Het vooroordeel dat je met multiple choice alleen ‘feitjes en ‘weetjes’ kunt overhoren is gelukkig niet waar. Meerkeuze en open vragen kunnen hetzelfde meten. Dus je kunt met beide vraagtypen zowel reproductie toetsen, als ook inzicht en toepassing.
Als vuistregel kun je aanhouden: het gaat bij de vraagstelling altijd om ‘wat’ een vraag vraagt. Niet om de manier waarop de leerling het antwoord moet geven.
Maar… dingen als creativiteit, schrijfvaardigheid en argumentatie en het geven van toelichting kun je toch het beste meten met een open vraag.
Vooroordeel 2: Met meerkeuzevragen meet je méér
Waar.
Binnen hetzelfde tijdsbestek kunnen leerlingen meer meerkeuzevragen beantwoorden, dan dat zij open vragen kunnen beantwoorden. Geef je een toets? Dan kun je dus tijdens één toets meer meerkeuzevragen stellen dan dat je open vragen kunt stellen.
Zo wordt de domein-dekking van het onderwerp waarover je de toets afneemt groter.
Vooroordeel 3: Meerkeuzevragen zijn even betrouwbaar als andere vraagtypen
Onwaar.
De betrouwbaarheid van goed geformuleerde meerkeuzevragen is juist hoger dan die van andere vraagtypen! Dat zit zo: het beantwoorden van een meerkeuzevraag voor de leerling weinig tijd kost. ‘Omdat je meer vragen kunt stellen in hetzelfde tijdsbestek, kun je meer leerdoelen behandelen binnen één toets. Zo geeft de toets een betrouwbaarder beeld van het niveau dat de leerling(en) behaald hebben.
En zoals je net al las: dit kan ook dat kan ook nog eens op de verschillende RTI-niveaus.
Vooroordeel 4: Meerkeuzevragen zijn sneller nagekeken
Waar.
Je bespaart als docent nakijktijd door meerkeuzevragen te stellen. Werk je met een digitale leeromgeving? Die kijkt de multiple choice vragen automatisch na en berekent direct het cijfer.
Vooroordeel 5: Het formuleren van meerkeuzevragen is moeilijk
Waar.
Dit is natuurlijk een persoonlijke kwestie. Maar bij Learnbeat horen we van veel docenten dat het een uitdaging is om écht goede meerkeuzevragen in elkaar te zetten. Ondanks dat je er later bij het nakijken tijd mee kunt besparen, is het vaak een reden om toch voor open vragen te kiezen. Toch kunnen wat handige richtlijnen al helpen bij het opstellen van MC-vragen, zoals:
- de lengte van de antwoordopties moet ongeveer even lang zijn
- bied geen stellingvragen aan
- pas op dat je geen hints geeft in de vraag of de antwoordopties: let op enkelvoud/ meervoud, hij/ zij
Vooroordeel 6: Het is lastig om écht goede foute antwoordopties te maken voor meerkeuzevragen
Waar.
We horen van veel docenten terug dat ze dit als lastig ervaren. Maar tegelijkertijd is hier wél een oplossing voor! Learnbeat kan zelf ‘verkeerde antwoordopties’ verzinnen voor het oefenen van vocabulaire voor het eerste leerjaar. In dit interview lees je hoe onze collega Jeanne dit project realiseerde.
Op dit moment kun je automatisch ‘foute antwoorden’ laten bedenken voor het vak Engels, leerjaar een. Achter de schermen zijn we hard aan het werk om dit voor meer vakken en leerjaren te realiseren. Houd de updates op onze website in de gaten of abonneer je op onze maandelijkse nieuwsbrief!
Ga zelf aan de slag met je eigen lesmateriaal
Ben je na het lezen van dit blog enthousiast geraakt om zelf meerkeuzevragen te maken? Dit stappenplan helpt je op weg met zelf lesmateriaal maken.
