Toetsexpert en docent René Westra deelt zijn tips voor het samenstellen en afnemen van toetsen in deze blogserie. In deze blog geeft hij tips voor het opstellen van goede matchingvragen. Ook lees je wat matchingvragen nou precies inhouden en waarom je deze als docent wilt inzetten.
In een matchingvraag ziet de leerling 2 of meer lijstjes begrippen of namen. De opdracht hierbij is om de juiste begrippen uit de beide rijtjes te koppelen.
De matchingvraag of combinatievraag leent zich goed voor het koppelen van begrippen en het leggen van verbanden.
Je kunt met dit vraagtype dus vragen maken waarbij leerlingen informatie moeten verbinden. Leerlingen moeten dan een link leggen tussen definities, begrippen of afbeeldingen met de juiste omschrijving.
Denk aan: organen en hun functie, schilderijen en hun makers, etc.
Voeg afleiders toe om de vraag uitdagender te maken. Afleiders zijn foute antwoordopties die nergens mee matchen. Zo maak je het voor de leerling moeilijker om de juiste combinaties te vinden.
Ook voorkomen afleiders dat een leerling die één foute combinatie maakt vervolgens alleen nog maar meer foute antwoordcombinaties moet maken.